Het ontstaan van een afwijking
een verslag van Fred van Soolen
1 het idee
In november 1990 stond ik in de winkel van Quartel in Pijnacker te kijken naar de
bouwdoos van RC uitvoering Tamiya van de Koningstijger.
Bij mij kwam de behoefte naar boven van,
………..die wil ik hebben ……………
en vroeg of ik in de doos mocht kijken.
Tanks vond ik als kind al iets machtigs en vooral de Tijger.
Na een blik in de doos geworpen te hebben, besloot ik om een poging te wagen om hem zelf te gaan maken.
2 informatie
Andere mensen met dezelfde kronkel kon ik toen nog niet, dus moest ik zelf aan informatie zien te komen . Al snel werd duidelijk dat er zeer weinig informatie te krijgen was.
Voor BV vliegtuigen was er genoeg, maar voor tanks kon ik alleen nog maar aan een boekje van Verlinden komen. Om aan de juiste maten te komen had ik van Tamiya een plastic model schaal 1:35 gekocht en in elkaar gezet. Gewapend met een schuifmaat en een rekenmachine werd de tank opgemeten en omgerekend naar een schaal van ongeveer 1:11.
Deze schaal werd gekozen omdat dan de wielen op hele maten ( 6 en 7 cm ) uitkwamen, daar ik niet de beschikking had over een draai/freesbank.
Het eerste jaar heb ik alleen nog maar tekeningen gemaakt, over het uiterlijk, over de aandrijving, over de besturing en over de vering enz enz. In de loop van de jaren heb ik heel wat boeken verzameld over de Tijger, zowel Tijger 1 als Tijger 2.
Ondertussen heb ik ook een hele ordner vol met kopieën van delen van boeken, mijn tekeningen en zelf gemaakte documentatie over hoe mijn Tijger nu in elkaar zit.
Op de Prins Bernhardkazerne in Amersfoort werd een open dag gehouden van de landmacht. Hier werden vooral de tanks gepresenteerd en konden de mensen zelf ook op een tank meerijden.
In een van de tenten werd er door een modelbouwclub gedemonstreerd met RC modellen in de schaal van 1:16 tot schaal 1:8 en bestond toen, 1996 , uit 6 man. Vanaf die dag ben ik ook lid van deze club omdat hier mensen met kennis van grote RC tanks waren die ik nog nergens anders was tegen gekomen.
Op de zoektocht naar de zo belangrijke informatie ben ik ook naar het Panzermuseum in Munster geweest. Dit is een heel mooi museum met veel Duits WO2 materieel.
Daar heb ik het origineel mogen aanschouwen en heb de tank van alle kanten gefotografeerd en opgemeten.
De maten die ik zelf had omgerekend bleken aardig te kloppen.
De Tijger is in het echt een hele grote tank en kan me voorstellen dat soldaten hier bang van waren.
3 het bouwen
Eindelijk trok ik eind 1991 de stoute schoenen aan en begon met bouwen.
Aan de hand van de tekeningen moest ik hem gaan maken. Deze zijn meerdere malen bijgesteld, evenals de tijd die ik in gedachte had om hem af te maken.
Voor de bouwtijd had ik 3 jaar uit getrokken, maar dat is nu 15 geworden.
Het moeilijkste leek mij de tracks te maken, dus hier begon ik als eerste aan. Aangezien dit allemaal met de hand ging, werd dit een tijdrovende klus en na enkele mislukte pogingen werd het idee geboren om de tracks van koperen waterleidingpijp te maken. Stukjes pijp van 7 cm werden plat gedrukt, aluminium er tussen, stukjes uitgezaagd en gevijld en een schakel was geboren.
Om de schakels onderling te verbinden werd een rvs pen in de vorm van een lange U door de opening gestoken. Dit was het begin van de gehele rupsband, die bestond uit 76 schakels per kant.
De totale bouwtijd alleen voor alle schakels wordt door mij geschat op 450 uur.
Er werd ook al een begin gemaakt met de romp en de wielen.
Motoren had ik ook al geregeld, dat waren ruitenwissermotoren uit een vrachtwagen. Deze motoren hadden de vertraging al in de behuizing zitten en via een tandwiel op de rupsband aangedreven.
Bij de eerste proefrit kwam de tank niet verder als 20 cm omdat de tanden van de tandwielen af braken.
Bij een volgende poging werd ik technisch bij gestaan door Dhr de Grave, een vaste
schrijver in het blad “De Modelbouwer”. Deze rastechneut leverde mij een setje mini kettingen en heb daar een stevige vooras constructie voor gemaakt die ook heel zou blijven.
De elektronica om de motoren te regelen heb ik zelf gemaakt van een schema uit een elektronicatijdschrift en voldeed bij deze motoren goed.
De bak is gemaakt van 3 mm dik aluminium en de assen zijn gelagerd in messing bussen.
De assen zijn gemaakt van RVS van 6 mm dik.
De wielen allemaal van massief aluminium en zijn gedeeltelijk op een draaibank gemaakt.
De wielophanging van de loopwielen werd gemaakt zoals ik het had uitgedacht en was in 1 keer goed.
Elk wiel heeft zijn eigen vering zodat wanneer er over iets heen gereden wordt, wiel na wiel veert en de tank nagenoeg recht blijft.
Er kon begonnen worden aan de bovenkant.
Die is gemaakt van kunststof en helemaal in elkaar gelijmd.
Voor de koepel te laten draaien heb ik gebruik gemaakt van een heel groot tandwiel uit een videorecorder en wordt aangedreven door een elektromotor. Ook de loop kan omhoog en omlaag via een motor.
Nadat het geheel gemaakt was, dan spreken we hier over een jaar of 8, is de tank geheel uit elkaar gehaald om hem helemaal te spuiten.
Elk onderdeel, dak en de bovenbouw moest apart gespoten worden in een grondlak.
Daarna de eerste kleurlaag van zandgeel, vlekken van roodbruin en daarna vlekken van donkergroen.
Tussen elke bouwstap door werd de tank
getest en regelmatig bleek hetgeen er gebouwd was niet helemaal te voldoen. Dus moesten er weer andere oplossingen komen, wat weer meer tijd ging kosten.
Om toch ergens mee te kunnen rijden werd over gegaan tot de aanschaf van een Tamiya Hummer. Een twee kanaals zender had ik nog leggen, een elektronische snelheidsregelaar aangeschaft, bouwen, spuiten en rijden maar.
Binnen 2 maanden was dit project klaar en kon hiermee de weg onveilig maken, iets sneller dan het tijgerbouwplan.
De Tijger bleek op een stroeve ondergrond haast niet vooruit te komen en snel waren grote motoren noodzakelijk. Omdat deze ook in formaat groter waren moest de gehele aandrijving opnieuw gemaakt worden. Nieuwe tandwielkasten moesten er ook gemaakt worden, omdat deze bij de oude motoren ineen zaten. Deze motoren met vertraging had ik uit winkelschuifdeuren en waren een heel stuk sterker.
Hiermee had de tank eindelijk zijn kracht en snelheid gekregen, maar nu branden elke keer als er iets teveel vermogen gevraagd werd de zelfgemaakte snelheidsregelaars door.
Er werden 2 grote snelheidsregelaars aangeschaft van Robbe van 24 volt, 70 Amp maximaal en de aandrijving was in orde.
Doordat nu de tank goed kon rijden, kwamen er de constructiefouten uit.
Wat niet tegen deze aandrijfkrachten bestand was, ging kapot en er moest daarvoor een betere oplossing bedacht en gemaakt worden.
In de vertragingskasten die bij de motoren zaten zat nog 1 kunststof tandwiel en was de zwakke schakel in dit geheel. Er bleven geen tanden meer op het wiel en van rijden was na een paar maanden geen sprake meer.
Terug naar de tekentafel……………..beh…………
De nieuwe tandwielkasten, nog geen jaar oud, moesten eruit en er werden weer nieuwe uitgedacht en getekend.
De zaag ging weer in een stuk aluminium en aan de hand van gemaakte tekeningen ontstond er weer een verbeterde versie van mijn aandrijving.
Rechts is de nieuwe tandwielkast.
Vanaf het jaar 2007 begon het aantal defecten af te nemen en het bleek dat de tank steeds betrouwbaarder werd.
Nadat er zoveel veranderd en hersteld was, bleek de onderkant ondertussen een grote gatenkaas te zijn geworden.
Het besluit werd genomen om een nieuwe onderbak te maken.
De oude bak wordt zorgvuldig gedemonteerd.
Omdat alles met de hand is gemaakt zijn dezelfde onderdelen niet uitwisselbaar.
Alles moet weer op dezelfde plek terug komen en heb ik alles van bv een as in zijn geheel met alle onderdelen gemerkt in een plastic zak gedaan.
De nieuwe aluminium delen, werden geleverd door vriend Peter Ouwerhand.
De 2 zijkanten en een bodem moesten weer 1 bak worden met de gaten op de juiste plaats.
Door deze gaten gingen de assen voor de loopwielen doorheen.
Het was nu gelijk de tijd om een probleem op te lossen dat al lang aanwezig was.
Tijdens het rijden door grond of zand, begon zich in het spanwiel steeds meer grond/zand op te hopen met als eindresultaat dat de rupsband eraf werd gereden.
Het bleek dat het zand nergens naar toe kon, het volgende werd bedacht:
in de middelste en binnenste ring van het wiel werden grote gaten geboord waar
het zand weg kon.
Er werd een constructie gemaakt dat er tijdens het draaien van het wiel d m v een stuk draad, het zand eruit werd geschraapt.
De rest van de onderdelen werd weer gemonteerd, alles afgesteld zodat er geen rupsbanden afliepen en de Tijger was weer ready for action.
Het draaien van de koepel ging niet erg soepel omdat er veel vuil tussen kon komen, een terugkeer naar de tekentafel was weer noodzakelijk.
Een grote kogellagerring werd gemaakt en aangedreven door een motor met vertraging via een tandriem.
Een aantal jaren zonder noemenswaardige problemen te hebben gehad begonnen de rupsbanden speling te vertonen, niet zo raar want de tank had nu ongeveer 10 jaar gereden. Dit zou weer een klus worden die veel tijd in beslag zou nemen en daardoor steeds werd uitgesteld.
Door die speling liep de rups er steeds makkelijker af en werd die dan ook weer strakker afgesteld.
Op den duur hielden de assen van de voorste loopwielen niet meer vol en begonnen krom te trekken.
Deze assen werden even met kunst en vliegwerk recht gebogen, i v m tijdgebrek, omdat de modelbouwweek in het Militair Luchtvaartmuseum in Soesterberg eraan kwam.
Tijdens deze beurs werd er met de Tijger weer flink door het zand en
over van alles heen gereden. Wij hadden het landschap deze keer gemaakt op de hoogte van 4 pallets en tijdens een foute handeling ging de Tijger er vandoor en belande met een grote knal op de voorkant van de tank.
De aandrijfas was flink verbogen en een excuus om een grote renovatie uit te stellen was er nu niet meer.
Ook begon het idee te ontstaan om er een schot te simuleren d m v een soort klappertje en gelijk een terugslag in de loop in te bouwen. Na diverse tekeningen en probeersels kwam ik er achter dat in de koepel van de tijger te weinig ruimte was, maar het zou wel passen in een Jachttijger. Dan zou er ook een ander bovenkant gemaakt moeten worden, kortom het bleef bij een idee.
De aandrijfassen werden rechtgebogen en uitgelijnd, de loopwielarmen en de loopwielen werden gedemonteerd,gereinigd en opnieuw gemonteerd.
De armen van de spanwielen waren in de loop van de tijd beschadigd. Aangezien dat het enige was gemaakt van ijzer, was dit al aardig aan het roesten.
Deze werden geheel van roest ontdaan, in de grondverf gezet en later in de matte kleur.
De voorste loopwielassen waren ook verbogen en hier werden ipv 5mm nu 6mm assen voor gemaakt, in de grondverf en matte kleur gezet.
Alle onderdelen waren nu toch uit de bak, dus werd ook gelijk gekeken naar de aandrijving, de tandwielkast.
De tandwielen en de ketting werden op slijtage bekeken .
Tandwielen waren nog goed, maar de ketting bleek ± 3 mm uitgerekt te zijn en diende vervangen te worden.
Omdat het probleem van aflopende track’s steeds vaker voor kwam, moesten die ook maar eens aan een renovatie geloven.
De geleidingsnokken op de track waren van 3 mm koperdraad gemaakt met een lengte van 5 mm. Ondertussen was door de slijtage de dikte nog maar 1,5 mm en de lengte 4 mm geworden en was het noodzakelijk om deze te vervangen.
De oude nokken werden uitgeboord, nieuwe gaten geboord, 4mm getapt en nieuwe nokken met Loctite geplaatst met dikte 4mm en lengte 8 mm.
Laat nu de track’s het maar eens proberen om eraf te lopen, weinig kans meer.
Het is nu bijna 2012 en het eerste evenement komt er langzaam aan, de beurs in Goes in februari.
De ideeën voor een werkend geschut bleef door mijn hoofd spelen en om aan informatie te komen was deze beurs een uitgelezen kans. Enkele heren van de Twenot had de Jachttijger gebouwd en deze werd uitvoerig op de geheugenkaart vastgelegd.
Op de beurs waren ook een paar boeken en een klein model (voorbeeld) te koop zoals de nieuwe tank eruit moest gaan zien
Met mede club genoten werd er door gesproken hoe de klap en terugslag tot stand moest komen.
Tijdens de beurs heb ik nog veel met de Koningtijger gereden, zonder problemen en zonder aflopende track’s, de renovatie was dus niet voor niets geweest.
Nu was het zaak om eerst een mechanisme uit te denken wat aan mijn standaard zou voldoen, knal en terugslag, maar ook de loop moest omhoog en omlaag gaan via de afstandsbediening.
Op een bodemplaat kwam een lineairlager waar het hele schietmechanisme op moet komen en moet zorgen voor de beweging van een terugslag bij een schot.
Ook als er een klappertje afgevuurd was moest de volgende klappertje voor komen te staan, dit werd afgekeken van een speelgoedpistooltje.
De terugslag zou met een elektromotor bedient worden en voor de loop te bedienen een grote servo.
Het hele systeem werd deel voor deel opgebouwd totdat we na een half jaar zover waren dat de eerste testen konden worden uitgevoerd. Er was een trommel gemaakt waar 8 klappertjes in konden met elk een slagpen.
Die pen moest gespannen worden voordat de trommel geplaatst werd en werd gelost door het draaien van de trommel. Maar dat systeem voldeed niet en was het weer terug naar de tekentafel.
Een nieuwe trommel werd uitgedacht, getekend en gemaakt. Dit duurde ook weer een aantal maanden.
Uiteindelijk was er een goed werkende schietunit met terugslag, nu nog iets maken waar dit in moest passen.
Er werd een schaal 1 : 35 model gekocht van de Jachttijger om de juiste details te zien, ook een 1 : 72 model waar de juiste kleuren op staan zodat ik hem goed kon spuiten.
Na een aantal tekeningen gemaakt te hebben werd er een begin gemaakt met het uitsnijden van de plastic platen om ze daarna aan elkaar te lijmen.
Een aantal maanden later begon de kap ergens op te lijken, een jachttijger.
Na het inbouwen van de schietunit en de benodigde elektronica werd alles afgesteld en zeer uitvoerig getest. Nu alles goed werkte was het zaak om de kleuren erop te zetten.
Eerst primer en dan de kleuren, gevolgd door de stippen en een ouder uiterlijk
Het 1 : 72 model werd als voorbeeld gebruikt voor de kleuren en dat had een stippen patroon, dit werd gekopieerd naar schaal 1:10 model.
Nu rijden we met dit model alweer anderhalf jaar en het zowel de klappertjes als de aandrijving werken nog steeds prima.
In de loop van de tijd zal er onderhoud uitgevoerd moeten worden en vervangen wat defect is gegaan, maar dat is allemaal op te lossen.
ik hoop dat het lang zo mag blijven, dan heb ik het meeste plezier aan mijn model en onze mooie hobby.
Een verslag van Fred van Soolen